Concurrencer in het nederlands
Vertaling: concurrencer, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
concurreren, meedingen, wedijveren, te concurreren, concurrentie
Vertalingen
- concurremment in het nederlands - plat, gebruikelijk, tegelijk, algemeen, samen, plantsoen, warande, ...
- concurrence in het nederlands - rivaal, mededinger, concurrentie, wedstrijd, concurrent, match, concours, ...
- concurrent in het nederlands - mededinger, concurreren, wedijver, meedingen, wedijveren, concurrentie, concours, ...
- concurrentiel in het nederlands - concurrerend, concurrerende, competitieve, concurrentie, concurrentiepositie
Willekeurige woorden
Concurrencer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: concurreren, meedingen, wedijveren, te concurreren, concurrentie
Vertalingen: concurreren, meedingen, wedijveren, te concurreren, concurrentie