Construire in het nederlands

Vertaling: construire, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ophalen, inrichten, fabriceren, bedrijf, begrip, metselen, treffen, opslaan, opleveren, verheffen, dresseren, werking, vervaardigen, ageren, lijst, opkweken, bouwen, bouw, te bouwen, opbouwen, gebouwd
Construire in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • constructif in het nederlands - constructief, opbouwend, constructieve, opbouwende, feitelijke
  • construction in het nederlands - toonbeeld, bouw, voorbeeld, textiel, bewerking, mal, erectie, ...
  • construis in het nederlands - aanleggen, begrip, maken, construeren, bouwen, metselen, bouw, ...
  • construisant in het nederlands - gebouw, bouw, bouwwerk, building, pand
Willekeurige woorden
Construire in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: ophalen, inrichten, fabriceren, bedrijf, begrip, metselen, treffen, opslaan, opleveren, verheffen, dresseren, werking, vervaardigen, ageren, lijst, opkweken, bouwen, bouw, te bouwen, opbouwen, gebouwd