Débauche in het nederlands

Vertaling: débauche, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
herrie, tumult, rustverstoring, uitspatting, boemelen, roerigheid, brassen, drinkgelag, orgie, zwelgpartij, spektakel, getier, rel, losbandigheid, uitspattingen, ontucht, liederlijkheid
Débauche in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • débattus in het nederlands - besproken, besprak, bespraken, gesproken over, gesproken
  • débaucher in het nederlands - verlokken, verleiden, weglokken, debauch, bederven, te bederven
  • débauché in het nederlands - haastig, verbasteren, schielijk, helling, gauw, uitkammen, hard, ...
Willekeurige woorden
Débauche in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: herrie, tumult, rustverstoring, uitspatting, boemelen, roerigheid, brassen, drinkgelag, orgie, zwelgpartij, spektakel, getier, rel, losbandigheid, uitspattingen, ontucht, liederlijkheid