Déboucler in het nederlands
Vertaling: déboucler, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
loshaken, losbinden, afbinden, losmaken, afhaken, losgespen, unbuckle, los te gespen, uitdoen, tas afgespen
Verwante woorden
Vertalingen
- déboucher in het nederlands - uitbarsting, onkurken, uncork, ontkurken, openmaken
- débouché in het nederlands - loot, effect, emitteren, uitgifte, eliminatie, praten, opbrengst, ...
- déboulonner in het nederlands - ontgrendelen, unbolt, te ontgrendelen, haal ze weer, haal ze
- débours in het nederlands - besteding, uitgaven, onkosten, uitgave, inbreng, rompslomp
Willekeurige woorden
Déboucler in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: loshaken, losbinden, afbinden, losmaken, afhaken, losgespen, unbuckle, los te gespen, uitdoen, tas afgespen
Vertalingen: loshaken, losbinden, afbinden, losmaken, afhaken, losgespen, unbuckle, los te gespen, uitdoen, tas afgespen