Déficit in het nederlands

Vertaling: déficit, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tekortkoming, kastekort, vermissing, nadeel, verlies, schaarste, schade, euvel, deficit, gemis, nood, afwezigheid, tekort, gebrek, behoefte, hongersnood, tekorten, tekort op, het tekort
Déficit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • déficiences in het nederlands - waardeverminderingen, bijzondere waardeverminderingen, impairments, stoornissen, afwaarderingen
  • déficient in het nederlands - onvoldoende, defectief, defect, defecte, gebrekkige, defect is
  • défie in het nederlands - uitdagingen, problemen, uitdaging, de uitdagingen
  • défient in het nederlands - tarten, uittarten, uitdagen, trotseren, uitdaging, challenge, uitdagingen, ...
Willekeurige woorden
Déficit in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: tekortkoming, kastekort, vermissing, nadeel, verlies, schaarste, schade, euvel, deficit, gemis, nood, afwezigheid, tekort, gebrek, behoefte, hongersnood, tekorten, tekort op, het tekort