Dégât in het nederlands

Vertaling: dégât, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beschadiging, foutief, toetakelen, afbreuk, beschadigen, onwaar, verwonding, onjuist, stukmaken, nadeel, bederven, verwoesten, schenden, schade, kwetsen, blessure, beschadigingen, schade die, beschadigd
Dégât in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dégustation in het nederlands - proeverij, proeven, het proeven, degustatie, smakende
  • déguster in het nederlands - toetsen, monster, inspanning, specimen, toetsing, beproeven, pogen, ...
  • dégèle in het nederlands - ontdooit, dooi, ontdooien, ontdooid, perioden van dooi
  • dégénèrent in het nederlands - degenereren, verbasteren, ontaarden, gedegenereerd, ontaard, gedegenereerde
Willekeurige woorden
Dégât in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: beschadiging, foutief, toetakelen, afbreuk, beschadigen, onwaar, verwonding, onjuist, stukmaken, nadeel, bederven, verwoesten, schenden, schade, kwetsen, blessure, beschadigingen, schade die, beschadigd