Démarrer in het nederlands
Vertaling: démarrer, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ontstaan, aanhef, activeren, aanvangen, ingaan, begin, aanvang, intrede, aanzetten, aanbreken, aanbinden, beginnen, aftrap, kick off, aftrap van, de aftrap
Verwante woorden
Vertalingen
- démarre in het nederlands - starts, start, begint, gestart, wordt gestart
- démarrent in het nederlands - activeren, aanbreken, begin, beginnen, intrede, aanbinden, aanzetten, ...
- démarreur in het nederlands - aanzetschakelaar, starter, startmotor, voorgerecht, aanzet, start
- démarrez in het nederlands - aanvangen, ingaan, ontstaan, begin, aanbinden, aanbreken, aanvang, ...
Willekeurige woorden
Démarrer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: ontstaan, aanhef, activeren, aanvangen, ingaan, begin, aanvang, intrede, aanzetten, aanbreken, aanbinden, beginnen, aftrap, kick off, aftrap van, de aftrap
Vertalingen: ontstaan, aanhef, activeren, aanvangen, ingaan, begin, aanvang, intrede, aanzetten, aanbreken, aanbinden, beginnen, aftrap, kick off, aftrap van, de aftrap