Dénoter in het nederlands

Vertaling: dénoter, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
sein, spelen, stip, bewijzen, aantonen, zegel, adstrueren, neus, tonen, sommeren, opgeven, detail, zeggen, gelasten, bestellen, stadium, aanduiden, duiden op, duiden, geven, te duiden
Dénoter in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dénote in het nederlands - Afkorting voor, Opmerking Geeft
  • dénotent in het nederlands - aantonen, schouwspel, staven, tonen, vertonen, vertoning, uitvoeren, ...
  • dénotez in het nederlands - spektakel, manifesteren, aanbieden, spelen, vertoning, wijzen, aantonen, ...
  • dénotons in het nederlands - adstrueren, staven, waarmaken, vertonen, wijzen, aantonen, spektakel, ...
Willekeurige woorden
Dénoter in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: sein, spelen, stip, bewijzen, aantonen, zegel, adstrueren, neus, tonen, sommeren, opgeven, detail, zeggen, gelasten, bestellen, stadium, aanduiden, duiden op, duiden, geven, te duiden