Dépasser in het nederlands

Vertaling: dépasser, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
zondigen, verlopen, anticiperen, top, voorzijn, doorgeven, afbeulen, overtrekken, passeren, voorbijgaan, langsgaan, kruin, toppunt, kroon, topje, kruis, overschrijden, overtreffen, meer bedragen dan, hoger zijn dan, hoger is dan
Dépasser in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dépasse in het nederlands - overschrijdt, overtreft, hoger is dan, groter is dan, meer dan
  • dépassent in het nederlands - overtreffen, uitblinken, uitmunten, overschrijden, meer bedragen dan, hoger zijn dan, hoger is dan
  • dépassez in het nederlands - overtreffen, uitblinken, uitmunten, overschrijden, meer bedragen dan, hoger zijn dan, hoger is dan
  • dépassons in het nederlands - overtreffen, uitmunten, uitblinken, te overtreffen, overstijgen, overschrijden, overtreft
Willekeurige woorden
Dépasser in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: zondigen, verlopen, anticiperen, top, voorzijn, doorgeven, afbeulen, overtrekken, passeren, voorbijgaan, langsgaan, kruin, toppunt, kroon, topje, kruis, overschrijden, overtreffen, meer bedragen dan, hoger zijn dan, hoger is dan