Dépit in het nederlands

Vertaling: dépit, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gramschap, boosheid, verdriet, haatdragendheid, milt, razernij, wraakzucht, rancune, wrok, razen, wraakgierigheid, toorn, geprikkeldheid, bitter, leed, droefheid, ondanks, weerwil, Desondanks
Dépit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dépistage in het nederlands - doorlichting, screening, screenen, onderzoek, de screening
  • dépister in het nederlands - afdruk, baan, stam, schrijden, spoor, weg, steel, ...
  • déplace in het nederlands - moves, beweegt, bewegingen, verplaatst, verhuist
  • déplacement in het nederlands - reis, breuk, toer, tocht, rijden, rondreis, verschuiving, ...
Willekeurige woorden
Dépit in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: gramschap, boosheid, verdriet, haatdragendheid, milt, razernij, wraakzucht, rancune, wrok, razen, wraakgierigheid, toorn, geprikkeldheid, bitter, leed, droefheid, ondanks, weerwil, Desondanks