Déplorer in het nederlands

Vertaling: déplorer, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
spijten, rouwen, sparen, beklagen, ontzien, betreuren, weeklagen, spijt, bejammeren, leedwezen, schade, betreur, te betreuren, betreurd
Déplorer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • déplore in het nederlands - betreurt, betreurt dat, betreurt het
  • déplorent in het nederlands - klagen, te klagen, klacht, beklagen, verwijten
  • déplorez in het nederlands - betreuren, betreur, te betreuren, betreurd
  • déplorons in het nederlands - betreuren, betreur, te betreuren, betreurd
Willekeurige woorden
Déplorer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: spijten, rouwen, sparen, beklagen, ontzien, betreuren, weeklagen, spijt, bejammeren, leedwezen, schade, betreur, te betreuren, betreurd