Embrancher in het nederlands

Vertaling: embrancher, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toetreden, aaneenvoegen, samenbinden, echtelieden, vastbinden, samenbrengen, zetten, tweetal, duo, stelletje, span, monteren, aansluiten, verenigen, verbinden, paren, koppelen, koppelen van, sluiten aan
Embrancher in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • emboîter in het nederlands - insteken, indoen, plaatsen, inzetten, steken, inschuiven, instoppen, ...
  • embranchement in het nederlands - tak, branche, sectie, aansluiting, depot, kruis, vak, ...
  • embraser in het nederlands - aansteker, ontsteken, schijn, aansteken, helderheid, licht, verlichten, ...
  • embrassa in het nederlands - kuste, gekust, gezoend, zoende, kusten
Willekeurige woorden
Embrancher in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: toetreden, aaneenvoegen, samenbinden, echtelieden, vastbinden, samenbrengen, zetten, tweetal, duo, stelletje, span, monteren, aansluiten, verenigen, verbinden, paren, koppelen, koppelen van, sluiten aan