Empiler in het nederlands

Vertaling: empiler, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
moet, opstapelen, drom, aggregaat, mis, oogsten, ophopen, schelf, afleiden, vlek, opeenstapelen, agglomeraat, smeren, volslagen, boel, sauzen, stack, stapel
Empiler in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • empiffrer in het nederlands - verslinden, doorslikken, inslikken, zwaluw, drinkgelag, binge, eetbui, ...
  • empilement in het nederlands - stapelen, stapeling, stacking, stapelvolgorde, het stapelen
  • empire in het nederlands - bol, machtiging, sterkte, toezicht, ban, dominion, regering, ...
  • empirer in het nederlands - verergeren, prikkelen, verslechteren, erger, slechter, nog erger, slechtere
Willekeurige woorden
Empiler in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: moet, opstapelen, drom, aggregaat, mis, oogsten, ophopen, schelf, afleiden, vlek, opeenstapelen, agglomeraat, smeren, volslagen, boel, sauzen, stack, stapel