Facteur in het nederlands

Vertaling: facteur, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
kantoor, portier, vertegenwoordiger, vervoerder, bureau, trant, bureel, postbeambte, brievenbesteller, wijze, bestanddeel, drager, beginsel, overweging, agentschap, agent, factor, factor is, element, factoren
Facteur in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • faconde in het nederlands - spraakzaamheid, loquacity, babbelzucht
  • factage in het nederlands - aflevering, zending, vracht, bezorging, inlevering, lading, levering, ...
  • facteurs in het nederlands - factoren, factoren die, elementen
  • factice in het nederlands - vervalsen, gewrongen, gemaakt, kunstmatig, bedrieger, bespotten, nagemaakt, ...
Willekeurige woorden
Facteur in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: kantoor, portier, vertegenwoordiger, vervoerder, bureau, trant, bureel, postbeambte, brievenbesteller, wijze, bestanddeel, drager, beginsel, overweging, agentschap, agent, factor, factor is, element, factoren