Familiarité in het nederlands

Vertaling: familiarité, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
relatie, kunde, affaire, kennis, ding, bekendheid, bekende, zaak, aangelegenheid, vertrouwdheid, vertrouwd, de bekendheid
Familiarité in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • familiarisées in het nederlands - vertrouwd, bekend, bekende, vertrouwde, vertrouwd zijn
  • familiarisés in het nederlands - vertrouwd, bekend, bekende, vertrouwde, vertrouwd zijn
  • familier in het nederlands - gebruikelijk, relatie, bekende, kornuit, knus, tam, onderkomen, ...
  • famille in het nederlands - huiswaarts, stam, huis, banaal, voorraad, schouwburg, woning, ...
Willekeurige woorden
Familiarité in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: relatie, kunde, affaire, kennis, ding, bekendheid, bekende, zaak, aangelegenheid, vertrouwdheid, vertrouwd, de bekendheid