Famille in het nederlands

Vertaling: famille, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:

frans

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

huiswaarts, stam, huis, banaal, voorraad, schouwburg, woning, afstamming, geslacht, alledaags, volk, bediende, stock, komaf, categorie, pand, gezin, familie, familiebericht, een familie, families

Verwante woorden

huiswaarts in het frans

stam in het frans

huis in het frans

banaal in het frans

voorraad in het frans

schouwburg in het frans

woning in het frans

afstamming in het frans

geslacht in het frans

alledaags in het frans

volk in het frans

bediende in het frans

stock in het frans

komaf in het frans

categorie in het frans

pand in het frans

Vertalingen

familiarité in het nederlands - relatie, kunde, affaire, kennis, ding, bekendheid, bekende, ...
familier in het nederlands - gebruikelijk, relatie, bekende, kornuit, knus, tam, onderkomen, ...
famine in het nederlands - afwezigheid, tekortkoming, deficit, gebrek, gemis, euvel, tekort, ...
famélique in het nederlands - hongerig, uitgehongerd, verhongeren, hongerende, uitgehongerde

Willekeurige woorden

goedgezind in het engels

medeplichtige in het engels

veerkrachtig in het engels

Famille in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: huiswaarts, stam, huis, banaal, voorraad, schouwburg, woning, afstamming, geslacht, alledaags, volk, bediende, stock, komaf, categorie, pand, gezin, familie, familiebericht, een familie, families