Faute in het nederlands

Vertaling: faute, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
terugvallen, passeren, nood, vergissing, breuk, onrein, kwaadaardig, schuld, tekort, beschuldigen, oog, schuiven, ziektekiem, behoefte, toeschrijven, zondigen, fout, klagen, klagen over, fout vinden
Faute in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • fausseté in het nederlands - onwaarheid, leugen, valsheid, onjuistheid, het valse, falsity
  • faut in het nederlands - moeten, behoren, dienen, horen, zullen, moet, dient, ...
  • fauteuil in het nederlands - bril, leunstoel, plaats, zorgenstoel, zetten, president-directeur, zitvlak, ...
  • fauteur in het nederlands - mededader, medeplichtige, maker, theevoorzieningen, fabrikant, koffiezetapparaat, theefaciliteiten
Willekeurige woorden
Faute in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: terugvallen, passeren, nood, vergissing, breuk, onrein, kwaadaardig, schuld, tekort, beschuldigen, oog, schuiven, ziektekiem, behoefte, toeschrijven, zondigen, fout, klagen, klagen over, fout vinden