Fournissent in het nederlands

fournis in het nederlands - verstrekken, provianderen, spekken, bevoorraden, bestellen, verschaffen, afleveren, ...
fournissant in het nederlands - het verstrekken van, het verstrekken, verstrekken, verstrekken van, verschaffen
fournisseur in het nederlands - bouwondernemer, aannemer, leverancier, provider, aanbieder, dienstverrichter
fournisseurs in het nederlands - providers, aanbieders, verstrekkers, leveranciers, verleners

Willekeurige woorden

netwerk

scheef

opgooien in het engels

wegjagen in het engels

Fournissent in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: verschaffen, bevoorraden, verstrekken, bestellen, leveren, afleveren, spekken, provianderen, voorzien, zorgen voor, voorzien van