Grossissement in het nederlands

Vertaling: grossissement, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vermeerderen, belang, wasdom, voordeel, baat, ophogen, verdienen, buit, winst, aangroeien, aanwinst, uitzetting, toenemen, verheffen, vergroting, behalen, vergrotingsfactor, vergroting van, een vergroting, vergroot
Grossissement in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • grossier in het nederlands - triviaal, hardhandig, grof, onaardig, onmens, dol, onzacht, ...
  • grossir in het nederlands - aankweken, vermeerderen, bevorderen, opfokken, gebeuren, toenemen, heffen, ...
  • grossiste in het nederlands - groothandelaar, grossier, groothandel, groothandel in, groothandelaars
  • grossièrement in het nederlands - circa, zowat, plusminus, ongeveer, ruw, ruwweg, grofweg
Willekeurige woorden
Grossissement in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: vermeerderen, belang, wasdom, voordeel, baat, ophogen, verdienen, buit, winst, aangroeien, aanwinst, uitzetting, toenemen, verheffen, vergroting, behalen, vergrotingsfactor, vergroting van, een vergroting, vergroot