Impartir in het nederlands

Vertaling: impartir, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
hemd, voorschieten, lenen, herenvest, uitlenen, uitbesteden, outsourcen, uit te besteden, besteden, uitbesteden van
Impartir in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • impartial in het nederlands - afzijdig, billijk, eerlijk, onpartijdig, neutraal, fair, rechtvaardig, ...
  • impartialité in het nederlands - onpartijdigheid, onpartijdig, de onpartijdigheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid in
  • impasse in het nederlands - gebrek, afwezigheid, deficit, tekort, gemis, kastekort, euvel, ...
  • impasses in het nederlands - patstellingen, impasse, impasses te
Willekeurige woorden
Impartir in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: hemd, voorschieten, lenen, herenvest, uitlenen, uitbesteden, outsourcen, uit te besteden, besteden, uitbesteden van