Imposition in het nederlands

Vertaling: imposition, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
belasten, aanslag, aanslaan, recht, belasting, belastingaanslag, belastingen, belastingheffing, fiscale, de belasting
Imposition in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • imposer in het nederlands - trekken, personeel, plaatsen, dwingen, sterkte, deposito, afdwingen, ...
  • imposez in het nederlands - forceren, opdringen, opleggen, leggen, te leggen, stellen, op te leggen
  • imposons in het nederlands - opdringen, forceren, opleggen, leggen, te leggen, stellen, op te leggen
  • impossibilité in het nederlands - onmogelijkheid, onmogelijk, onmogelijkheid om, onmogelijk is, de onmogelijkheid
Willekeurige woorden
Imposition in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: belasten, aanslag, aanslaan, recht, belasting, belastingaanslag, belastingen, belastingheffing, fiscale, de belasting