Imprécis in het nederlands

Vertaling: imprécis, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schemerig, onduidelijk, gesmoord, mistig, bot, stomp, nevelig, onbekend, toonloos, troebel, duister, vaag, donker, onbepaald, dampig, dof, onnauwkeurig, onnauwkeurige, onduidelijke
Imprécis in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • imprègnent in het nederlands - doordringen, permeaat, dringen, doordrongen, te doordringen
  • imprécation in het nederlands - vervloeken, eed, ketteren, knul, knaap, vloeken, verwensen, ...
  • imprécision in het nederlands - onnauwkeurigheid, imprecisie, onnauwkeurigheidsberekeningen, onduidelijkheid, onnauwkeurig
  • imprédictible in het nederlands - onvoorspelbare, onvoorspelbaar, onvoorspelbaar is, onvoorspelbaar zijn, voorspellen
Willekeurige woorden
Imprécis in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: schemerig, onduidelijk, gesmoord, mistig, bot, stomp, nevelig, onbekend, toonloos, troebel, duister, vaag, donker, onbepaald, dampig, dof, onnauwkeurig, onnauwkeurige, onduidelijke