Intitulé in het nederlands
Vertaling: intitulé, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
niveau, onderschrift, titelen, kop, plan, trap, graad, mate, rubriek, betitelen, peil, etappe, hoogte, stadium, titel, stadie, gerechtigd, getiteld, recht, aanspraak
Verwante woorden
Vertalingen
- intimité in het nederlands - fiducie, ding, vertrouwelijkheid, vertrouwen, geheim, affaire, zaak, ...
- intituler in het nederlands - titelen, opbellen, betitelen, benoemen, noemen, titel, kreet, ...
- intolérable in het nederlands - onmogelijk, onuitstaanbaar, onbestaanbaar, uitgesloten, ondraaglijk, ondraaglijke, ontoelaatbare, ...
- intolérance in het nederlands - onverdraagzaamheid, intolerantie
Willekeurige woorden
Intitulé in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: niveau, onderschrift, titelen, kop, plan, trap, graad, mate, rubriek, betitelen, peil, etappe, hoogte, stadium, titel, stadie, gerechtigd, getiteld, recht, aanspraak
Vertalingen: niveau, onderschrift, titelen, kop, plan, trap, graad, mate, rubriek, betitelen, peil, etappe, hoogte, stadium, titel, stadie, gerechtigd, getiteld, recht, aanspraak