Lâcher in het nederlands

Vertaling: lâcher, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
behoeden, somber, toegeven, verlaten, lik, uitvallen, bezuinigen, spenderen, overlaten, ontslaan, afgaan, besteden, droppel, vrij, mul, gedogen, loslaten, laten gaan, laten, los te laten, loslaat
Lâcher in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • lâche in het nederlands - bedanken, zwak, leeg, aftreden, vreesachtig, schrikaanjagend, bouwvallig, ...
  • lâchement in het nederlands - laf, losjes, los, losse, de schouder, schouder
  • lâcheté in het nederlands - lafhartigheid, lafheid, laf, de lafheid, laffe
  • lâcheur in het nederlands - lafaard, slappeling, quitter, opgever, stopper
Willekeurige woorden
Lâcher in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: behoeden, somber, toegeven, verlaten, lik, uitvallen, bezuinigen, spenderen, overlaten, ontslaan, afgaan, besteden, droppel, vrij, mul, gedogen, loslaten, laten gaan, laten, los te laten, loslaat