Mandater in het nederlands

Vertaling: mandater, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opdracht, laden, dagen, beschuldiging, tenlastelegging, afvaardiging, betekenen, aanklacht, instrueren, comité, telastlegging, delegatie, boodschap, beklag, commissie, provisie, van de Commissie, commissieloon
Mandater in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • mandat in het nederlands - volgorde, zetel, bevelen, order, regel, opvoeding, bestellen, ...
  • mandataire in het nederlands - zaakwaarnemer, makelaar, afgevaardigde, advocaat, gecommitteerde, agent, lasthebber, ...
  • mandchou in het nederlands - Manchu, Mantsjoe, van Manchu
Willekeurige woorden
Mandater in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: opdracht, laden, dagen, beschuldiging, tenlastelegging, afvaardiging, betekenen, aanklacht, instrueren, comité, telastlegging, delegatie, boodschap, beklag, commissie, provisie, van de Commissie, commissieloon