Marihuana in het nederlands

Vertaling: marihuana, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gras, damp, grassen, pan, overvloed, smoken, uitwaseming, rook, roken, pot, grasveld, kan, po, nicotineverslaving, schoffelen, wieden, wiet, marijuana, van marihuana, de marihuana
Marihuana in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • marier in het nederlands - trouwen, woensdag, huwen, te trouwen, huw, Huwelijk
  • mariez in het nederlands - trouwen, huwen, getrouwd, gehuwd, trouwde, huwde
  • marin in het nederlands - meer, waterplas, teren, muil, teer, krik, zeevaarder, ...
  • marina in het nederlands - jachthaven, Marina, de jachthaven, haven, jachthaven van
Willekeurige woorden
Marihuana in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: gras, damp, grassen, pan, overvloed, smoken, uitwaseming, rook, roken, pot, grasveld, kan, po, nicotineverslaving, schoffelen, wieden, wiet, marijuana, van marihuana, de marihuana