Mesure in het nederlands
Vertaling: mesure, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tact, beleid, grootte, polsslag, etappe, tree, treden, opstapje, tel, plan, matigheid, uitgebreidheid, stap, taxeren, stadium, slaan, meten, maatregel, te meten, meet, meten van
Verwante woorden
Vertalingen
- mesurai in het nederlands - afgemeten, ceremonieel, plechtig
- mesurant in het nederlands - meet-, meten, metende, meting, meet
- mesurent in het nederlands - maatregel, meten, mate, norm, grootte, roeien, afmeten, ...
- mesurer in het nederlands - overgaan, luiden, taxeren, weerklinken, aannemen, gaan, kleppen, ...
Willekeurige woorden
Mesure in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: tact, beleid, grootte, polsslag, etappe, tree, treden, opstapje, tel, plan, matigheid, uitgebreidheid, stap, taxeren, stadium, slaan, meten, maatregel, te meten, meet, meten van
Vertalingen: tact, beleid, grootte, polsslag, etappe, tree, treden, opstapje, tel, plan, matigheid, uitgebreidheid, stap, taxeren, stadium, slaan, meten, maatregel, te meten, meet, meten van