Nécessiter in het nederlands

Vertaling: nécessiter, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
juist, exact, bekleden, vereisen, nauwgezet, verkiezen, zullen, accuraat, motief, uitpikken, aanvragen, bezighouden, rekenen, aanbrengen, beweegreden, eis, vergen, eisen, nodig, vereist
Nécessiter in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • arrogea in het nederlands - toegeëigend, aanmatigden, aanmatigde, aangematigd
  • hebdomadairement in het nederlands - wekelijks, weekblad, wekelijkse, week, per week
  • lyon in het nederlands - van Lyon, in Lyon
Willekeurige woorden
Nécessiter in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: juist, exact, bekleden, vereisen, nauwgezet, verkiezen, zullen, accuraat, motief, uitpikken, aanvragen, bezighouden, rekenen, aanbrengen, beweegreden, eis, vergen, eisen, nodig, vereist