Obligation in het nederlands
Vertaling: obligation, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
laden, verantwoordelijkheid, onderpand, treffen, tenlastelegging, aansprakelijkheid, obligatie, afspraak, pand, slag, schuld, veldslag, plicht, toost, band, trouw, verplichting, verbintenis, verplicht, de verplichting
Verwante woorden
Vertalingen
- airer in het nederlands - nest, nestelen, droogrekje
- chambellan in het nederlands - kamerheer, Chamberlain, kamerling, hoveling, kamerheer van
- commettant in het nederlands - lastbrief, volmacht, mandaat, principaal, hoofd-, hoofd, directeur, ...
- enligner in het nederlands - Line, lijn, overeenstemming, online, lijn van
Willekeurige woorden
Obligation in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: laden, verantwoordelijkheid, onderpand, treffen, tenlastelegging, aansprakelijkheid, obligatie, afspraak, pand, slag, schuld, veldslag, plicht, toost, band, trouw, verplichting, verbintenis, verplicht, de verplichting
Vertalingen: laden, verantwoordelijkheid, onderpand, treffen, tenlastelegging, aansprakelijkheid, obligatie, afspraak, pand, slag, schuld, veldslag, plicht, toost, band, trouw, verplichting, verbintenis, verplicht, de verplichting