Organiser in het nederlands

Vertaling: organiser, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
voornemen, afwerpen, spekken, regelen, beramen, zin, metselen, laten, bestellen, aanrichten, verschaffen, opbrengen, opzet, uitschrijven, doen, verstrekken, organiseren, te organiseren, organiseert, organiseren van, het organiseren
Organiser in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • annexant in het nederlands - annexatie, het bijvoegen
  • couloir in het nederlands - hal, overloop, gang, baan, rijstrook, corridor, de gang
  • date in het nederlands - dadel, afspraak, datum, datering, dagtekening, dactylus, dag, ...
  • fortifié in het nederlands - versterkte, verrijkte, vestingstad, verrijkt, versterkt
Willekeurige woorden
Organiser in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: voornemen, afwerpen, spekken, regelen, beramen, zin, metselen, laten, bestellen, aanrichten, verschaffen, opbrengen, opzet, uitschrijven, doen, verstrekken, organiseren, te organiseren, organiseert, organiseren van, het organiseren