Ouvrir in het nederlands
Vertaling: ouvrir, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
baseren, aanbinden, aanbreken, openen, inaugureren, ontsluiten, openmaken, oprichten, openlijk, uitschrijven, opendoen, ontketenen, ingaan, gronden, vaststellen, open, geopend, geopende, toegankelijk
Verwante woorden
Vertalingen
- bâtissent in het nederlands - aanleggen, bouwen, begrip, maken, metselen, construeren, bouw, ...
- démoraliser in het nederlands - demoraliseren, te demoraliseren, ontmoedigen, demoraliseer, demoralise
- empiéta in het nederlands - aangetast, inbreuk heeft gemaakt, inbreuk gemaakt, wordt aangetast
- manigancer in het nederlands - samenspanning, intrige, machinatie, konkelarij, ingenieur, technicus, engineer, ...
Willekeurige woorden
Ouvrir in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: baseren, aanbinden, aanbreken, openen, inaugureren, ontsluiten, openmaken, oprichten, openlijk, uitschrijven, opendoen, ontketenen, ingaan, gronden, vaststellen, open, geopend, geopende, toegankelijk
Vertalingen: baseren, aanbinden, aanbreken, openen, inaugureren, ontsluiten, openmaken, oprichten, openlijk, uitschrijven, opendoen, ontketenen, ingaan, gronden, vaststellen, open, geopend, geopende, toegankelijk