Parier in het nederlands
Vertaling: parier, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
poten, gewas, voorspelen, weddenschap, spelen, aanplanten, wedden, fabriek, spel, plant, bespelen, uitvoeren, inzet, bet, gok
Verwante woorden
Vertalingen
- accostée in het nederlands - aangeklampt, accosted, aangesproken, aansprak, aansprak nadat
- apprécier in het nederlands - glooiing, egards, genootschap, oordelen, graad, maatstaf, opdracht, ...
- gagna in het nederlands - gewonnen, won, Heeft, gewonnen Heeft
- indissoluble in het nederlands - onverbrekelijk, onverbreekbaar, onoplosbaar, onlosmakelijk, onverbrekelijke
Willekeurige woorden
Parier in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: poten, gewas, voorspelen, weddenschap, spelen, aanplanten, wedden, fabriek, spel, plant, bespelen, uitvoeren, inzet, bet, gok
Vertalingen: poten, gewas, voorspelen, weddenschap, spelen, aanplanten, wedden, fabriek, spel, plant, bespelen, uitvoeren, inzet, bet, gok