Passager in het nederlands
Vertaling: passager, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
voorlopig, vluchteling, aanhangsel, kortstondig, reiziger, appendix, bijlage, passagier, inzittende, ruiter, tijdelijk, personenauto, passagiers, personenvervoer
Verwante woorden
Vertalingen
- appartenues in het nederlands - behoorde, behoorden, behoord, toebehoorde, toebehoord
- complétèrent in het nederlands - afgerond op, ontspanningsaanbod, completeerden, afgerond erbuit, worden afgewerkt
- dépeuplement in het nederlands - ontvolking, de ontvolking, ruiming, ontvolking van, leegloop
- fuis in het nederlands - lek, ontvluchten, vluchten, vlieden, vlucht, te vluchten
Willekeurige woorden
Passager in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: voorlopig, vluchteling, aanhangsel, kortstondig, reiziger, appendix, bijlage, passagier, inzittende, ruiter, tijdelijk, personenauto, passagiers, personenvervoer
Vertalingen: voorlopig, vluchteling, aanhangsel, kortstondig, reiziger, appendix, bijlage, passagier, inzittende, ruiter, tijdelijk, personenauto, passagiers, personenvervoer