Pouvoir in het nederlands

Vertaling: pouvoir, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bevoegdheid, zwiepen, wijze, kantoor, toediening, bureau, bevoegd, zwieren, toezicht, machtiging, tak, stoutmoedigheid, autoriteit, zwaaien, besturen, beheren, vermogen, macht, kracht, mogendheid, stroom
Pouvoir in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • botaniste in het nederlands - botanist, botanicus, plantkundige, een plantkundige, plantenkenner
  • communal in het nederlands - gemeentelijk, plantsoen, plat, vulgair, gebruikelijk, gemeenschappelijk, park, ...
  • demanda in het nederlands - gevraagd, vroeg, vroegen, vraagt, gestelde
Willekeurige woorden
Pouvoir in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: bevoegdheid, zwiepen, wijze, kantoor, toediening, bureau, bevoegd, zwieren, toezicht, machtiging, tak, stoutmoedigheid, autoriteit, zwaaien, besturen, beheren, vermogen, macht, kracht, mogendheid, stroom