Réciter in het nederlands

Vertaling: réciter, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
spreken, zeggen, praten, declameren, voordragen, reciteren, te reciteren, opzeggen, reciteren van, reciteer
Réciter in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • accusent in het nederlands - betichten, aangeven, aanklagen, klikken, beschuldigen, verklikken, aanbrengen, ...
  • attrapées in het nederlands - gevangen, betrapt, ving, gepakt
  • dansé in het nederlands - danste, gedanst, dansten, dansen, danst
Willekeurige woorden
Réciter in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: spreken, zeggen, praten, declameren, voordragen, reciteren, te reciteren, opzeggen, reciteren van, reciteer