Rabrouer in het nederlands
Vertaling: rabrouer, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afsnauwen, afpoeieren, stompe, affront, snub, stomp
Verwante woorden
Vertalingen
- appris in het nederlands - geleerd, aangeleerd, leerde, leerden, geleerde
- climatisées in het nederlands - geconditioneerde, geconditioneerd, airconditioning, van airconditioning
- concurrencer in het nederlands - concurreren, meedingen, wedijveren, te concurreren, concurrentie
- me in het nederlands - enkeling, knul, me, snuiter, ziel, menselijk, sujet, ...
Willekeurige woorden
Rabrouer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: afsnauwen, afpoeieren, stompe, affront, snub, stomp
Vertalingen: afsnauwen, afpoeieren, stompe, affront, snub, stomp