Regardez in het nederlands

appui in het nederlands - spin, overige, drager, basis, ommezijde, staartje, stutten, ...
ascension in het nederlands - klauteren, montage, stijging, vordering, opstand, zetting, bevordering, ...
bourdonner in het nederlands - brommen, mopperen, kankeren, razen, murmelen, snorren, sputteren, ...
ensorcelez in het nederlands - heksen, betoveren, betover, bewitch

Willekeurige woorden

aanraking

deuntje

administratief in het engels

halsstarrig in het engels

lichtekooi in het engels

snol in het engels

Regardez in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: eruitzien, voorkomen, overkomen, air, verwachten, uitzicht, aanzien, afhalen, kijk, aanblik, verbeiden, kijken, kijkt, zien, te kijken