Séparer in het nederlands

Vertaling: séparer, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
splitsen, opsplitsen, besmeren, kloven, bundel, waarnemen, afbreken, sauzen, bedenken, onderkennen, beschouwen, afwateringsgebied, echtscheiding, rondgeven, scheiden, voeren, apart, afzonderlijk, afgescheiden, aparte
Séparer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • autocritique in het nederlands - zelfkritiek, de zelfkritiek, van zelfkritiek
  • brésilien in het nederlands - Braziliaans, Braziliaanse, brazilian, Brazilië, de Braziliaanse
  • fraisier in het nederlands - aardbei, aardbeien, strawberry
  • indemnisées in het nederlands - compensatie, schadevergoeding, vergoeding, schadeloosstelling, vergoedingen
Willekeurige woorden
Séparer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: splitsen, opsplitsen, besmeren, kloven, bundel, waarnemen, afbreken, sauzen, bedenken, onderkennen, beschouwen, afwateringsgebied, echtscheiding, rondgeven, scheiden, voeren, apart, afzonderlijk, afgescheiden, aparte