Simplifier in het nederlands

Vertaling: simplifier, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vereenvoudigen, inkrimpen, inkorten, simplificeren, afkorten, bekorten, verkorten, te vereenvoudigen, vereenvoudiging, vereenvoudiging van, vereenvoudigd
Simplifier in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • beige in het nederlands - beige
  • cibler in het nederlands - honk, objectief, mikpunt, schietschijf, doelwit, doel, doelstelling, ...
  • enduisirent in het nederlands - besmeurd, uitgesmeerd, smeerde, besmeurde, ingesmeerd
  • envoler in het nederlands - aanbreken, aanvang, begin, intrede, beginnen, ingaan, ontstaan, ...
Willekeurige woorden
Simplifier in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: vereenvoudigen, inkrimpen, inkorten, simplificeren, afkorten, bekorten, verkorten, te vereenvoudigen, vereenvoudiging, vereenvoudiging van, vereenvoudigd