Structurer in het nederlands

Vertaling: structurer, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
inrichting, bouw, samenstelling, constructie, structuur, structuur van, de structuur, opbouw
Structurer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • auriculaire in het nederlands - oor, oor-, auricular, auricularis, auriculair
  • boucha in het nederlands - gestopt, stopte, stopten, stopgezet, gestopt met
  • confrontée in het nederlands - gezichten, gezicht, vlakken, aangezichten, zijden
  • diverger in het nederlands - afwijken, uiteenlopen, verschillen, divergeren, uiteen
Willekeurige woorden
Structurer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: inrichting, bouw, samenstelling, constructie, structuur, structuur van, de structuur, opbouw