Tâche in het nederlands
Vertaling: tâche, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tekort, ruimte, aardrijk, merken, euvel, vervuiling, besmeren, mop, roet, oord, grond, zegel, voedingsbodem, lapwerk, klak, lap, plek, plaats, ter plaatse, plaatse, spot
Verwante woorden
Vertalingen
- amassent in het nederlands - afleiden, plukken, collecteren, samenkomen, oogsten, inzamelen, abstraheren, ...
- arrogé in het nederlands - toegeëigend, aanmatigden, aanmatigde, aangematigd
- informai in het nederlands - informeerde, vroeg, navraag, vroegen, aangevraagd
- lézard in het nederlands - hagedis, lizard, de Hagedis, hagedis van, De Hagedis van
Willekeurige woorden
Tâche in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: tekort, ruimte, aardrijk, merken, euvel, vervuiling, besmeren, mop, roet, oord, grond, zegel, voedingsbodem, lapwerk, klak, lap, plek, plaats, ter plaatse, plaatse, spot
Vertalingen: tekort, ruimte, aardrijk, merken, euvel, vervuiling, besmeren, mop, roet, oord, grond, zegel, voedingsbodem, lapwerk, klak, lap, plek, plaats, ter plaatse, plaatse, spot