Téléphoner in het nederlands

Vertaling: téléphoner, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schreeuw, benoemen, ring, opbellen, roepen, beugel, noemen, schare, telefoon, wal, kreet, troep, roep, heten, de telefoon, telefoonnummer, toestel, telefonisch
Téléphoner in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bercèrent in het nederlands - gewiegd, wiegde, cradled, wordt gewiegd, gekoesterd
  • chaton in het nederlands - katje, kitten, katje van, Het katje, Het katje van
  • efforça in het nederlands - beproefd, geprobeerd, probeerde, probeerden, getracht
Willekeurige woorden
Téléphoner in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: schreeuw, benoemen, ring, opbellen, roepen, beugel, noemen, schare, telefoon, wal, kreet, troep, roep, heten, de telefoon, telefoonnummer, toestel, telefonisch