Tranche in het nederlands

Vertaling: tranche, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
brok, gedeelte, homp, bonk, bief, afdeling, verkleinen, schijf, departement, verdeling, sectie, poos, tijd, zetten, baanvak, vak, sneetje, plakje, schijfje, snee, plak
Tranche in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dégeler in het nederlands - motie, oplossen, kousje, betuiging, dooien, besluit, uitspraak, ...
  • dégelés in het nederlands - ontdooid, ontdooide, ontdooien, ontdooid zijn, ontdooid is
  • habituai in het nederlands - gebruikelijk, gewend, gewoon, gewend zijn, wennen, vertrouwd
  • improvisation in het nederlands - improvisatie, improviseren, improvisaties, de improvisatie
Willekeurige woorden
Tranche in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: brok, gedeelte, homp, bonk, bief, afdeling, verkleinen, schijf, departement, verdeling, sectie, poos, tijd, zetten, baanvak, vak, sneetje, plakje, schijfje, snee, plak