Traverser in het nederlands

Vertaling: traverser, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
marcheren, kruis, inhalen, aanreiken, doordringen, wandeling, verlopen, omkomen, aangeven, doorgeven, tippel, tippelen, binnendringen, kruisen, doorstoten, wandelen, oversteken, doorkruisen, steken
Traverser in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ambre in het nederlands - amber, barnsteen, oranje, amberkleurige, geel
  • brassai in het nederlands - Brassai, Brassaï
  • dansées in het nederlands - danste, gedanst, dansten, dansen, danst
Willekeurige woorden
Traverser in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: marcheren, kruis, inhalen, aanreiken, doordringen, wandeling, verlopen, omkomen, aangeven, doorgeven, tippel, tippelen, binnendringen, kruisen, doorstoten, wandelen, oversteken, doorkruisen, steken