Troc in het nederlands
Vertaling: troc, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
wisselen, vervanging, verzetting, centrale, beroep, verruilen, verloop, afwisseling, ruil, veranderen, nakomeling, opvolgster, nering, vak, handwerk, kentering, ruilhandel, ruilen, de ruilhandel, barter
Verwante woorden
Vertalingen
- attrapés in het nederlands - gevangen, betrapt, ving, gepakt
- chauffent in het nederlands - warm, heet, warme, hete, hot
- dénégation in het nederlands - zelfverloochening, versterving, ontkennen, ontzeggen, weigering, ontkenning, denial, ...
- grattent in het nederlands - afkrabben, schram, krabben, krassen, kras, nul
Willekeurige woorden
Troc in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: wisselen, vervanging, verzetting, centrale, beroep, verruilen, verloop, afwisseling, ruil, veranderen, nakomeling, opvolgster, nering, vak, handwerk, kentering, ruilhandel, ruilen, de ruilhandel, barter
Vertalingen: wisselen, vervanging, verzetting, centrale, beroep, verruilen, verloop, afwisseling, ruil, veranderen, nakomeling, opvolgster, nering, vak, handwerk, kentering, ruilhandel, ruilen, de ruilhandel, barter