Venir in het nederlands

Vertaling: venir, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gebeuren, doorgeven, overgaan, langsgaan, aftappen, stromen, steel, aanreiken, aankomen, afstammen, afdalen, stroom, arriveren, lopen, stengel, belanden, kom langs, kom, overkomen, langskomen, kom over
Venir in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • avidité in het nederlands - dorst, begeerte, trek, hartstocht, begerigheid, roes, passie, ...
  • circuler in het nederlands - kloot, strook, schare, gezelschap, stroom, rondgaan, oogkas, ...
  • désaltérant in het nederlands - verfrissend, verfrissende, frisse, refreshing, fris
  • fortifièrent in het nederlands - versterkte, verrijkte, vestingstad, verrijkt, versterkt
Willekeurige woorden
Venir in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: gebeuren, doorgeven, overgaan, langsgaan, aftappen, stromen, steel, aanreiken, aankomen, afstammen, afdalen, stroom, arriveren, lopen, stengel, belanden, kom langs, kom, overkomen, langskomen, kom over