Παιδί in het nederlands

παθολογικός in het nederlands - pathologisch, pathologische, van pathologische, ziekelijk
παθολόγος in het nederlands - patholoog, lijkschouwer, patholoogoverhemden, pathologist
παιχνίδι in het nederlands - speelbal, spel, speeltuig, partij, spelletje, wedstrijd, spel te, ...
παιχνιδιάρικος in het nederlands - speels, schelmachtig, snaaks, dartel, guitig, speelse, ludieke

Willekeurige woorden

exporteren

kist

volmaakt in het engels

vuurwater in het engels

Παιδί in het nederlands - Woordenboek: grieks » nederlands
Vertalingen: afstammeling, vent, sujet, jong, loot, kind, persoon, knul, jongen, snuiter, kerel, kinderen