Πανί in het nederlands

πανέτοιμος in het nederlands - klaar, afgelopen, af, gereed, veel toeren, revved, toeren worden, ...
πανήγυρη in het nederlands - viering, feest, de viering, vieren, viering van
πανίδα in het nederlands - fauna, flora, levende dier-, de fauna, dier-
πανδαιμόνιο in het nederlands - pandemonium, Pandemonium van, heksenketel, tumult, Pandemonium de

Willekeurige woorden

aanstaand

gastvrijheid

aangrenzend in het engels

interpretatie in het engels

kletteren in het engels

prat in het engels

vergissing in het engels

wederwoord in het engels

Πανί in het nederlands - Woordenboek: grieks » nederlands
Vertalingen: linnen, textiel, velum, stof, zeil, doek, zeilen, laken, weefsel, doekje, stoffen