Πτώση in het nederlands
Vertaling: πτώση, Woordenboek: grieks » nederlands
Brontaal:
grieks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
storten, afvallen, schemer, schemering, verschieten, vallen, val, uitvallen, schemerdonker, herfst, najaar, neervallen, afdaling, neerdaling, drop, laten vallen, druppel, dalen
Verwante woorden
Vertalingen
- πτύω in het nederlands - speeksel, zever, spugen, spuug, spuwen, rochelen, ophoesten, ...
- πτώμα in het nederlands - kreng, lijk, kadaver, lichaam, corpse, dode, lijk van
- πυγή in het nederlands - gat, bibs, achterste, kont, anus, de anus, anussen, ...
- πυγμή in het nederlands - knuist, vuist, fist, de vuist
Willekeurige woorden
Πτώση in het nederlands - Woordenboek: grieks » nederlands
Vertalingen: storten, afvallen, schemer, schemering, verschieten, vallen, val, uitvallen, schemerdonker, herfst, najaar, neervallen, afdaling, neerdaling, drop, laten vallen, druppel, dalen
Vertalingen: storten, afvallen, schemer, schemering, verschieten, vallen, val, uitvallen, schemerdonker, herfst, najaar, neervallen, afdaling, neerdaling, drop, laten vallen, druppel, dalen