Már in het nederlands
Vertaling: már, Woordenboek: hongaars » nederlands
Brontaal:
hongaars
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
desondanks, maar, nog, niettemin, toch, echter, reeds, al, nu al, al een
Verwante woorden
Vertalingen
- mániákus in het nederlands - krankzinnig, schilddak, hipped
- mániás in het nederlands - manisch, manische, manic, een manische
- már-már in het nederlands - komend, schier, aanstaand, eerstvolgend, bijna, naast, welhaast, ...
- márga in het nederlands - mergel, Marl, mêlee, in Marl, mergelsteen
Willekeurige woorden
Már in het nederlands - Woordenboek: hongaars » nederlands
Vertalingen: desondanks, maar, nog, niettemin, toch, echter, reeds, al, nu al, al een
Vertalingen: desondanks, maar, nog, niettemin, toch, echter, reeds, al, nu al, al een